Maatregelen ter ondersteuning van zelfstandigen en KMO’s
Economie

Maatregelen ter ondersteuning van zelfstandigen en KMO’s

Op 11 april heeft de Raad van Ministers een wetsontwerp goedgekeurd ter ondersteuning van zelfstandigen en kleine bedrijven. Het wetsvoorstel, dat nog door het parlement moet worden goedgekeurd, maakt deel uit van het streven van de regering om de concurrentiekracht van KMO’s te vergroten en langetermijninvesteringen aan te moedigen. Dit zijn de zes belangrijkste maatregelen in het wetsvoorstel.

Vanaf het belastingjaar 2026 zal het belastingkrediet voor verhoging van het eigen vermogen door ondernemers met een eenmanszaak stijgen van 10% naar 20%, met een verhoogd plafond van €7.500 (in plaats van €3.750).  Deze maatregel is bedoeld om zelfstandigen aan te moedigen hun vermogen te versterken. Dit geldt voor zelfstandigen in hoofd- of bijberoep, inclusief zelfstandigen met een forfaitaire regeling. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de toename van het eigen vermogen hoger zijn dan de toename van de afgelopen drie jaar, met uitzondering van starters (minder dan 3 jaar actief).

Vanaf 1 januari 2026 wordt de bronbelasting bij liquidatie verhoogd van 5% naar 6,5%. In ruil daarvoor wordt de wachttijd om van het verlaagde tarief te profiteren verkort van 5 naar 3 jaar. Uitkeringen die vóór deze deadline worden gedaan, worden nog steeds belast tegen 30%. Een overgangsregeling stelt vennootschappen in staat om bestaande reserves binnen de nieuwe termijn van 3 jaar te liquideren, maar tegen een tarief van 6,5%.
Het voordelige belastingregime voor Sicav-RDT wordt vanaf 2026 via twee mechanismen geregeld:

  • Een aparte bijdrage van 5% over de vermogenswinst (exclusief dividenden),
  • Een verscherpte voorwaarde voor de inhouding van bronbelasting: betaling van een minimumvergoeding van € 50.000 aan een actieve beheerder (met een maximum van 20% ATN).
    Voor grote vennootschappen worden ook investeringsdrempels ingesteld (minimale inzet van € 2,5 miljoen).

Er is een nieuwe RIZIV-bijdrage van 30% voorzien voor de compensaties die worden betaald in de twee maanden na het gewaarborgd loon. KMO’s (minder dan 50 werknemers) worden echter vrijgesteld van deze extra heffing.

Vanaf juli 2025 blijven zelfstandigen die na de wettelijke pensioenleeftijd blijven werken, pensioenrechten opbouwen, mits ze nog geen volledig pensioen ontvangen. Zij blijven de gebruikelijke premies betalen en kunnen desgewenst afzien van hun pensioen.

De overheid is van plan om de werkgeversbijdragen structureel met € 1 miljard te verlagen tot 2029. Daarbij ligt de nadruk op twee terreinen: het ondersteunen van de werkgelegenheid door de bijdragen voor lage en middelhoge lonen te verlagen en het maximaliseren van de bijdragen voor hoge lonen om de aanwerving van gekwalificeerde professionals te stimuleren.